Mijn geluk in dit leven,

Ik heb vaak gedacht wat kan mij gelukkig maken,
Ik had geen een enkel idee, omdat niemand met mij praatte,
Toen kwam er een asielzoekerkind van veertien jaar,
Die mij kennis gaf over de islaam.

Dat was mijn geluk in dit leven,
Op dat moment had ik er een zoon bij gekregen,
Hij vertelde mij verhalen over de Profeet,
Ik was helemaal beduusd het deed me veel.

Ik begon in Allah en de Profeet te geloven,
Alsof er een wonder was geboren,
Het liet me niet meer los waar ik ook was,
Ja, ik was met Allah en de Profeet in mijn sas.

Dat was mijn grootste geluk in mijn leven,
Dat kan niemand mij meer ontnemen,
Leef nu elke dag met mijn geloof,
Heel gelukkig en heel vroom.

Heilig zij Allah,

Heilig zij Allah in alle tijden,
Ook wanneer wij moeten lijden,
In voor en tegenspoed,
Allah loven is altijd goed.

Bidden voor,

Bidden voor je moslim broeders en zusters,
Om problemen die ze hebben te sussen,
Vervolgens leven ze maar raak,
En hun problemen groeien gestaag.

Wat kan een goede moslim broeder/zuster doen,
In gevallen waarvan ze zeggen wat kom je eigenlijk doen,
Heb zoveel medelijden met de mensen,
En toch blijf ik het beste voor ze wensen.

Wat is er gebeurd met hun imaan,
Dat ze zichzelf zo vernederend laten gaan,
Dieper kunnen ze eigenlijk niet vallen,
En huilen met dikke tranen op hun wangen.

Ik wil eigenlijk alleen maar tegen jullie zeggen,
Keer terug tot de islaam en je problemen blijven nergens,
Allah zal blij met jullie zijn wat je dan bereikt,
En je zult zelf weer lachen met een brede grijns.

Ik zal blijven bidden voor mijn broeders en zusters,
En met hen praten tot dat ze het geloof weer lusten,
Hen duidelijk laten weten dat Allah geeft hen een kans,
En wie weet zullen ze zich weer keren tot de islaam.

Dat Allah ons vergeven mag,

Dat Allah ons vergeven mag,
De zonden die we begaan elke dag,
Van s’morgens vroeg tot het avond rood,
En zeker in de nachten zijn ze erg groot.

Als we maar al te vaak zonden maken elke dag,
Dan wordt het zo vanzelfsprekend alsof het mag,
Wij denken niet meer na bij wat we doen,
En maken zonden, vraag niet hoe.

Ik hoop dat Allah ons vergeven mag,
En dat we weer mogen komen op het rechte pad,
En niets meer vanzelf sprekend mag zijn,
En Allah danken dat we weer leven in zijn rij.

En dat de genade van Allah weer op ons neder mogen dalen,
En dat we weer mogen stralen om onze goede daden,
Allah danken dat Hij er voor ons is, in onze strijd,
Die we mogen voeren hele dagen vanaf ons ontbijt.

Rijkdom,

Wat heb je aan geld als je daar de toekomst niet voor kunt kopen,
Of toch wel, de deuren van de hel gaan voor je open,
Je kunt dan leven hier in doenja als een prins,
En kun je alles kopen wat je wil.

Maar je zonden worden niet vergeven,
Hoe kan dat ook als je het gebed bent vergeten,
En toch is dat de grote schoonmaak voor je ziel,
Alleen als je voor Allah vijf keer per dag knielt.

Ja, als je leeft zoals Allah het wil,
Dan krijg je rijkdom in een heel brede zin,
Je koopt daarmee de sleutel voor het paradijs,
Als je dat weet dan bid je, je bidkleedje grijs.

Dat kost dan geen enkele moeite,
Want je doet het voor Allah, aan Zijn voeten,
Je voelt je dan rijker dan met al het geld van de wereld,
Ja, dat weet je dan maar al te goed dat rijkdom niet zit in aardse winsten.

Rijkdom zit diep in je hart en zal niet verjaren,
Het maakt je blij en je blijft die rijkdom maar vergaren,
Je hartje raakt er nooit van vol,
Zo is het ook met het paradijs je bent er altijd welkom.

De dageraad,

De dageraad is aangebroken,
De tijd van salad is gekomen,
De morgenschemering ontstaat,
En iedereen maakt zich klaar voor salad.

De kleintjes hoeven niet maar zijn erbij,
Ja, ze leren het gebed spelenderwijs,
Ze hebben geen moeite om wakker te worden voor de Heer,
Ze presteren het elke dag toch maar weer.

Langzaamaan is iedereen ontwaakt,
Dan klinkt vanuit hun midden de azaan,
Iedereen haast zich naar het gebed,
Wanneer de tweede oproep is gezegd.

De dageraad is nu aangebroken,
Van iedereen staan de ogen nu open,
Blij dat ze salad hebben gedaan,
En voor Allah vroeg zijn opgestaan.

Mijn liefde voor Allah,

Mijn liefde voor Allah is heel schoon,
Ik gehoorzaam Hem in elk woord,
Natuurlijk maak ik wel fouten,
Maar kan daar weer iets goeds uit opbouwen.

Ja, ik zit vol energie als het tijd is dat ik voor Allah kniel,
Hem loven en bidden met heel mijn ziel,
Het is mij nooit te veel maar een eer,
Dat ik met heel mijn lichaam dicht bij Hem terug keer.

Ik nodig ook iedereen uit om samen te gaan naar de moskee,
Dat is zoveel beter dan te gaan alleen,
Ook nu ik verhuist ben naar Hoogeveen,
Ben ik met de Turkse gemeenschap nooit alleen.

Ik woon niet zo dichtbij de moskee,
Maar ik weet dat elke stap mij een beloning geeft,
Dat maakt mijn liefde voor Allah alleen maar sterker,
En doe ik mijn best voor zijn heilige werken.

Elke dag opnieuw,

Elke dag opnieuw de liefde van Allah verdienen,
Door Hem te gehoorzamen en Hem te dienen,
Hem loven met heel je hart,
En Hem danken dag en nacht.

Elke dag opnieuw je tot Allah te bewijzen,
Zelfs tot je helemaal begint te vergrijzen,
Volharden elke dag met een liefdevol hart,
Omdat je niet weet wat de dag je brengen zal.

Elke dag opnieuw Allah met heel je hart loven,
En Hem steeds maar weer doet beloven,
Dat je blindelings vertrouwen hebt in Hem alleen,
En omdat je gebed heel intens doet steeds maar weer.

Elke dag opnieuw knielen voor Allah in het gebed,
En als je te oud bent lukt het zittend wel,
Allah accepteert je gebed als je het doet oprecht,
Ja, dan is het Allah die je van dit foute leven red.

Wij weten,

Wij weten wat er van ons verwacht wordt,
Als we geloven in die ene grote God,
Volgzaam moeten we zijn in de Qoraan,
Als we willen het eeuwige bestaan.

Wij weten wat we moeten doen,
Allah aanbidden met veel roem,
Luisteren naar wat de Hadith ons zegt,
In Allah geloven heel oprecht.

Wij weten wat we moeten zien,
Geen dingen wat verstoort ons dien (geloof),
Want dat reinigt niet onze ziel,
Kijk daarom naar het goede en kies.

Wij weten dat we volgzaam moeten zijn,
Dat maakt ons allemaal erg blij,
Allah aanbidden de hele dag,
En met Hem gaan slapen de hele nacht.

Openhartig,

Openhartig spreek ik over mijn geloof,
En ben ik blij als ik zie als harten zich openen,
Dan heeft de vrijheid van het praten over mijn geloof succes,
Ja, dan voel ik me blij en voel ik totaal geen stress.

Het is fijn om openhartig te kunnen zijn,
En in een land te leven waar je vrij kunt zijn,
Waar je wilt praten over Allah zoals je kunt,
En vrijheid van meningsuiting je wordt gegund.

Dus zusters en broeders spreek vrijmoedig over God,
En wees niet bevreesd maar beschik je in je lot,
Je lotbestemming ligt in handen van Allah,
Hij zal je belonen met het walhalla.

Als we daar zijn zullen we begrijpen,
Dat openhartigheid ons heeft verrijkt,
Met een hemelse beloning,
Om nu in het paradijs te mogen wonen.

De wereld,

Wat gaat de wereld er op achteruit,
Het lijkt wel dat iedereen neemt een verkeerd besluit,
Wandelen hand in hand met sjeitan,
Waar komt die ongehoorzaamheid toch vandaan.

Overal zie je in de wereld het gevaar,
En toch lijkt het dat iedereen zich goed vermaakt,
Maar het echte vermaak vind je straks in het paradijs,
Als we Allah hier in doenja blijven volgen, dat is wijs.

Kiezen we voor de wereldse dingen hier in deze wereld,
Een wereld waar sjeitan regeert,
Die we kunnen volgen met al zijn hindernissen,
Maar we kunnen kiezen in deze wereld waar Allah ook regeert.

Als je Allah volgt in de wereld,
Dat geeft je een voldaan en een tevreden gevoel,
Je weet dan dat er komt een nieuwe wereld,
Een wereld waar sjeitan zich niet bevind.

Laten we voor Allah kiezen in deze wereld,
Dat is beter dan een wereld vol verdriet,
En dat we een voorbeeld mogen wezen,
Voor een ieder die Allah niet ziet.

Gelukkig zijn,

Gelukkig zijn is niet voor iedereen weggelegd,
Wij hier in het westen klagen wel,
Maar wij zijn gelukkig neem dat van mij aan,
In materiële zin wel te verstaan.

Weinigen zijn in hun religie gelukkig,
Sommigen kunnen daar hun geluk wel in vinden,
Jongeren houden meer van het geluk van de straat
Maar als ze wat ouder worden is het nog niet te laat.

Geluk vinden ze dan in hun gebed,
En Allah verhoort hen wel,
Gelukkig en heel tevree gaan ze naar de moskee,
En ze nemen moslim broeder weer met zich mee.

En dan krijgen ze hun gezin,
En voeden hun kinderen op in islamitische zin,
Het geluk straalt van hun gezichten,
En danken Allah in vele opzichten.

Mijn kleinkind,

Ik zat in de kamer hiernaast,
Toen ik hoorde de azaan,
Mijn kleinkind is geboren,
Ik hoop dat hij hier in vrede mag wonen.

Dit onschuldige leven,
Heeft nog heel wat te leren,
Ik hoop dat Allah ons begeleid,
Dat mijn kleinkind het beste krijgt.

Ik zie mijn kleinkind groeien,
Ik mag mij af en toe met de opvoeding bemoeien,
Hem leren de salad en de Qoraan,
Ja, zou willen dat hij werd imam.

Maar dat is niet voor iedereen weggelegd,
Maar ik doe inshallah mijn best,
Maar ben al blij dat hij een goed moslim wordt,
En sterk mag geloven in die ene God.