Ik hoop dat mijn dromen uit mogen komen,
Dat ik voor altijd in het paradijs mag wonen,
Met al mijn broeders en zusters die ik ken,
Leven in het paradijselijke kern.
Genieten van het paradijselijke groen,
En al die wonderen dat brengt mij in bloei,
Ben dan weer zesendertig jaren jong,
Ik wou dat het morgen al begon.
Als ik daar aan denk ben ik niet bang voor de dood,
Ja, de liefde voor Allah wordt dan heel groot,
Dan doe ik met heel veel respect mijn gebed,
Doe er alles aan wat me van de hel redt.
Dat maakt mijn leven hier in doenja ook gemakkelijk,
Met de gedachte dat ik straks mag leven in het walhalla,
Dat ik in het paradijs mag wonen voor altijd,
Geen zonden meer maken ja, die strijdt is voorbij.