Je hoeft niet bang te zijn mijn kleine kind,
Want mama is er die voor je bidt,
Dat Allah je zal beschermen in de nacht,
Als jij slaapt mijn kind heel zacht.
Als straks het licht uitgaat voor de nacht,
En het donker wordt mijn kleine schat,
Allah zal in je slaap over je waken,
Tot je morgenochtend doet ontwaken.
Je hoeft niet bang te zijn voor boze dromen,
Dat is sjeitan, hij kan niet bij je komen,
Hij wil je bang maken mijn lieve schat,
En wil je laten denken dat Allah jou vergat.
Maar Allah is altijd bij jou in de buurt,
Hij vergeet je niet, nog geen minuut,
Hij houdt zoveel van jou mijn schat,
Dat Hij je zonden altijd vergeven zal.
Je hoeft niet bang te zijn mijn kleine kind,
Ook als je dood gaat, je wint,
Je komt altijd in het paradijs,
Als een engeltje ben je daar heel blij.
Je wacht daar op de grote dag,
Dat papa en mama komen zal,
Zij leven in doenja trouw naar de Heer,
En zo verenigt Allah hen voor eeuwig weer.