vrijdag, juli 23, 2010
Gezichten
Op die Dag zullen sommige
gezichten verlicht zijn,
Opziende naar hun Heer;
En andere gezichten zullen
op die Dag somber zijn.
[ 75 - 22-24 ]
Gezichten,
Qiyamah, die Dag, dat wij zullen worden opgewekt,
Die Dag, waar een ieder, zijn daden van Doenja kent,
Vele zullen deze Dag, met angst tegemoet gaan zien,
Zij weten, dat hun gedrag in Doenja, nu tekort schiet.
Somber zijn hun gezichten, als deze dag verschijnt,
De vele godenaanbidders, zij hebben de meeste spijt,
Hun daden in Doenja, zal op deze dag worden bestraft,
Grote zonden, Shirk, wordt voor hen een hard gelach.
Maar je ziet ook het grote contrast, in de gezichten,
Velen zullen verlicht zijn, zij deden hun plichten,
Die Dag, zullen zij opzien, naar Allah, hun Heer,
In Doenja, hebben zij Allah aanbeden, en vereerd.
Hun gezichten zullen verlicht zijn, als de volle maan,
Helder en vol Nour, het licht van Allah, de Islaam,
Het geloof wat hen in Doenja, het licht al deed zien,
Wat ze hebben gevolgd, hun overtuiging, hun Dien.
Qiyamah, de Dag waar zij naar toe hebben geleefd,
Is voor hen aangebroken, zij zien op naar hun Heer,
Weten dat zij in Doenja zijn geslaagd, in hun leven,
En dat Allah hen, het mooie groene Paradijs, zal geven.
Maar zij die Allah hebben verloochend, in hun leven,
Lopen daar verward en vol angst, en zij zullen beven,
Dan weten zij wel, welke daden zij hebben begaan,
Niemand kan hen nu helpen, sjeitan zal met hen gaan.
Kom, keer nu terug, naar het geloof van onze Profeten,
En aanbid Allah nu, zodat je het op Qiyamah, zal weten,
Dat je in die ene God hebt gelooft, zonder deelgenoten,
Die je nu op Qiyamah, je gezicht, met licht zal belonen.