In den beginne was er niets, en Allah schiep,
Alles wat we nu, met onze ogen, kunnen zien,
Met als beste, heeft Allah, de mens geschapen,
Maar juist deze, heeft veel doen, verzaken.
Daarom heeft Allah, de Profeten gezonden,
Om de mens, te behoeden, van hun zonden,
De boeken, met leidraad voor de mens, in dit leven,
Die vrede en rust, in onze harten, moest geven.
Maar de mens is ontevreden, en doet Allah vergeten,
Niet meer denken, dat we alles, van Allah hebben gekregen,
In den beginne, was er niets, alles was, woest en ledig.
Nu gedraagt de mens zich, als overheerser.
Het zal hen slecht vergaan, als hun dood is ingetreden,
Zij zullen zeggen, hadden wij maar geluisterd, naar de Profeten,
Allah heeft vertelt, in de boeken, dat de Qoraan zou komen,
En dat de Profeet Mohammed, het laatste zou verwoorden.
Als een leidraad, voor alle mensen, hier op aard,
Want Allah wil, dat iedereen, naar het Paradijs gaat,
Maar om het Paradijs, te kunnen verkrijgen,
Moet je nu, Allah eren en prijzen.
Dat kan alleen, als je het laatste boek, van Allah volgt,
Dan behoor je, tot het gelovige volk,
Die in het Paradijs, voor eeuwig, mag leven,
Omdat zij de geboden van Allah, niet hebben overtreden.