Wanneer, is alleen bij Allah, bekend,
Allah kent het uur, wanneer de dood mij wenkt,
Dan zal ik thuis komen, eindelijk rust,
In het Paradijs, ik verlang, naar die laatste zucht.
Leven in tuinen, waar rivieren onderdoor stromen,
Zo zuiver en schoon, en te mooi voor woorden,
Leven voor eeuwig, in liefelijke oorden,
Waar vrede heerst, wie wil er niet wonen.
Mijn thuiskomst, ik zal daar naar streven,
Dat Allah over mij, tevreden zal wezen,
Smeek Allah elke dag, om vergeving,
Voor de zonden die ik maak, in mijn leven.
Allah is barmhartig genoeg, voor Zijn dienaar,
Om zijn zonden te vergeven, als hij daar naar vraagt,
Als zijn woorden, oprecht en zuiver zijn,
Laat Allah ons toe, in het eeuwige Paradijs.
Mijn thuiskomst, ik verlang er zo naar,
Ik hoop dat mijn daden, mij brengen aldaar,
Waar geen pijn, mij nog kan belasten,
Allah wilt u tot dan, mijn last verzachten.