Allah dat ik goed mag zijn voor anderen,
En hun leven ook mag veranderen,
Vooral voor de armsten onder ons,
Dat ik hen mag helpen, zonder gegrom.
Denk aan de kinderen, die hier zijn voor asiel,
Die hier geen ouders hebben, en weinig vertier,
Dat ik hun leegte een beetje op mag vullen,
Door hen een beetje liefde te gunnen.
Samen met hun de salad verrichten,
Zodat ze hun dien niet vergeten,
Ze helpen op de goede weg,
Dat is voor hun een groot geschenk.
Een arm om hun heen, tijdens verdriet,
Als ze het even niet meer zien,
Even als vader of moeder voor ze te zijn,
Dat maakt hen weer heel erg blij.
Ik maak doeĆ” voor deze kinderen,
Die hun land en familie zoveel missen,
Dat het goed met ze mag gaan,
En dat er voor elk kind iemand is, die met ze is begaan.
Laten we goed zijn voor anderen,
Het zal ons zelf ook veranderen,
Allah zal ons ervoor belonen,
Als wij bij Allah komen.