Was onderweg ,
En deed mijn gebed,
Zomaar op straat,
Je weet hoe dat gaat.
Toen kwam jij ,
En je zei boos tegen mij,
Waarom doe je dat hier,
En waarom heb je plezier.
Wij raakten aan de praat,
En vertelde over mijn salaat,
Waarom ik het hier deed op straat,
En hij werd mijn beste maat.
Nu gaan we samen in gebed,
Hij heeft het ook gered,
En nu met alle respect,
Houdt hij zich aan Allah wet.
Ook met Allah wil,
Is hij nu geen vreemdeling.
Hij hoort er nu wel bij,
En als Ibrahim is hij blij.