Steeds zie ik in gedachten weer het paradijs,
Hoe mooi en verfrissend groen het er zal zijn,
Ik word dan blij tot diep in mijn hart,
Als ik mij bedenk dat ik daar leven mag.
In die gedachte ben ik niet bang voor de dood,
Nee, mijn verlangen wordt dan heel groot,
Leven in een intense vrede,
In het groene paradijs wat een weelde.
Dat Allah mij dat mag geven,
Dat stimuleert mij nu om goed te leven,
Ik wil ook graag een groen blaadje zijn,
In dat hele mooie groene paradijs.
Ik hoop dat elke moslim er naar gaat leven,
Nu het nog kan om het paradijs straks te beleven,
Dat we elkaar in vrede mogen ontmoeten,
Daarom geven we elkaar nu de vrede ‘s groeten.
Ik droom van dat mooie groene paradijs,
En dat ik daar met al mijn geliefden mag zijn,
De vrede straalt van onze gezichten,
Mooier dan al het goud wat je maar kunt tillen.
Ja, ik wil jullie allemaal vertellen,
Hoe mooi het is om daar te zijn met onze metgezellen,
Kom broeders en zusters leef nu zoals Allah het van ons vraagt,
Ja, het is absoluut de moeite waard.