Mijn geloof verricht wonderen met mij,
En dat heeft invloed op een ieder naast mij,
Het is van mijn gezicht af te lezen,
En mijn gedrag wordt steeds beter.
Ons geloof moeten we onderhouden,
En we moeten er heel veel van houden,
We moeten ons best doen niet te verslappen,
Als sjeitan ons erbij wil lappen.
We moeten het geloof met elkaar delen,
Want ook wij mogen het alleen maar lenen,
Het is niet van ons alleen,
Daarom geven we het door aan iedereen.
Dat is de kracht van de islaam,
Dat het niet alleen gaat om mijn bestaan,
Het geloof is van ons allen,
En dat mogen we niet vergallen.
Daarom zijn we met zijn allen een om van elkaar te leren,
Ja, we moeten ons zelf en een ander controleren,
Samen hand in hand staan voor ons geloof,
Op deze manier wordt ons geloof nooit broos.