donderdag, november 26, 2009

De beproeving van de Profeet Abraham,

De Profeet Abraham, offerde zijn vee voor God,
Uit dankbaarheid voor, dat Hij ons het leven schonk,
Het volk verbaasde zich over zijn gedrag,
Hij zei, mijn zoon zou ik offeren, als ik die had.

Zoveel hield hij van zijn edelmoedige Heer,
Samen met zijn vrouw Hagar bad hij steeds,
Om een zoon te hebben in zijn leven,
En enkele jaren later, verhoorde Allah zijn gebeden.

Zijn zoon Ismaël was een zeer zachtmoedig en een wijs kind,
En de Profeet Abraham was met hem heel bemind,
Hij nam hem overal mee naar toe, waar hij ook ging,
En dankte Allah elke dag voor zijn gezin.

Toen Ismaël zeven jaren oud was,
Kreeg de Profeet in zijn droom, een opdracht,
Hij werd herinnerd aan wat hij vroeger had gezegd,
Dat hij zijn zoon moest offeren, het was zijn eigen wens.

Maar de Profeet hield zoveel van zijn kind,
Dat hij zei, ik offer 100 kamelen, ik ben Allah gezind,
Maar dat herhaalde zich twee maal achter elkaar,
En de Profeet besloot toen maar.

Hij nam Ismaël mee naar Mina ver buiten de stad,
Sjeitan sprak tot de profeet, keer terug nu het nog kan,
Maar hij zei, Ik heb dit bevel van de Almachtige gekregen,
En Allah zal het zeker beter weten.

De Profeet besloot de waarheid te vertellen,
En Ismaël zei, O vader, volg het bevel van Allah,
En de Profeet bond zijn zoon met een touw,
En omhelsde hem, en zwoor Gods trouw.

Hij zette het mes op zijn zoons keel,
Maar door een wonder, er kwam geen snee,
De Profeet Abraham deed het een tweede keer,
Maar wederom kwam er geen snee.

Hij gooide het mes tegen de rotsen,
Die in stukken vloog en brokkelde,
Het mes begon tegen de Profeet te spreken,
Die zij dat Allah geen toestemming had gegeven.

Maar Ismaël zei laten we Gods naam aanroepen,
Als u snijd zullen wij Allahu Akbar roepen,
Toen ze dat deden weerklonk twee maal een stem,
Allahu Akbar, Allahu Akbar, het was aartsengel Gabriël.

Hij verscheen aan Abraham met de woorden,
Ik breng u de vredesgroet, van Allah gekomen,
Hij schenkt u deze ram om te offeren in plaats van uw zoon,
Ze begrepen aan hun beproeving was een einde gekomen.


Ik wens jullie allen een gezegende en een fijne Eid toe!